Alles wat je moet weten over autisme

Blog

Stel je voor dat je de wereld ervaart als een ingewikkelde puzzel, waarvan de stukjes soms moeilijk in elkaar lijken te passen. Dit is hoe het leven kan zijn voor mensen met autisme. Autisme, een unieke neurologische variatie, beïnvloedt hoe individuen communiceren, zich in sociale situaties bewegen en de wereld om hen heen begrijpen. Maar achter deze puzzel schuilt een schat aan talenten, creativiteit en unieke perspectieven. Samen kunnen we de complexiteit van autisme verkennen en een wereld creëren waarin elk individu zijn eigen unieke plek vindt.

Wat houdt autisme in?

Bij autisme vertonen individuen specifieke gedragskenmerken tijdens communicatie en interactie met anderen. Dit uit zich onder meer in de wijze waarop zij omgaan met sociaal contact, zoals het afwachten van hun beurt, het delen tijdens gezamenlijk spel en het aanpassen aan de spelactiviteiten van anderen. Daarnaast is er vaak sprake van beperkt, repetitief gedrag bij mensen met een autismespectrumstoornis (ASS). Zij hechten veel waarde aan routines en vinden veranderingen vaak moeilijk. Bovendien kan er een sterke fascinatie zijn voor specifieke onderwerpen of objecten. Daarbij kunnen zintuiglijke prikkels zoals licht, geluid, geur, smaak, temperatuur en pijn zeer intens of juist zwak worden waargenomen.

Kenmerken van autisme

Interactie met anderen

Mensen met autisme ervaren vaak uitdagingen in het maken van contact. Voor sommigen is het zelfs moeilijk om contact te leggen met anderen. Anderen zoeken weliswaar contact, maar praten voornamelijk over hun eigen interesses. Bovendien hebben mensen met autisme de neiging om woorden letterlijk te nemen, waardoor ze moeite hebben met het begrijpen en gebruiken van indirecte en non-verbale taal, zoals gezegden, gebaren en gezichtsuitdrukkingen.

Gedrag en interesses

Individuen met autisme vertonen vaak een sterke, beperkte interesse in specifieke voorwerpen of activiteiten. Ze kunnen sterk gehecht zijn aan routines en rituelen, waardoor ze moeilijkheden ervaren bij kleine veranderingen die onrust veroorzaken. Daarnaast kunnen mensen met autisme zich eindeloos bezighouden met dezelfde activiteit of hetzelfde onderwerp, zoals het herhaaldelijk openen en sluiten van een kraan, het luisteren naar dezelfde muziek of het voortdurend praten over een specifiek onderwerp.

Soorten autisme

  • Autistische stoornis
    Voorheen bekend als klassiek autisme, gaat gepaard met communicatieproblemen, ongeremd/hyperactief gedrag, agressie, somberheid, tics, dwangmatig gedrag, slaapproblemen, epilepsie, en soms een verstandelijke beperking.
  • Het syndroom van Asperger
    Vertoont sociale en communicatieve uitdagingen vergelijkbaar met klassiek autisme, maar zonder vertraagde taalontwikkeling of achterblijvende verstandelijke ontwikkeling. Mensen met Asperger begrijpen moeilijk taal en andermans gevoelens, maar hebben vaak wel een rijke fantasie en proberen vriendschappen te sluiten.
  • PDD-NOS (Pervasive Development Disorder Not Otherwise Specified)
    Vertoont ook sociale en communicatieve problemen, zij het minder uitgesproken dan bij klassiek autisme. Het wordt vaak beschouwd als ‘aan autisme verwante problematiek’.
  • McDD (Multiple complex Development Disorder)
    Wordt gezien als een variant van PDD-NOS en wordt gekenmerkt door emotionele instabiliteit en moeite met het onderscheiden van realiteit en fantasie.
  • Het syndroom van Rett
    Voornamelijk bij meisjes, begint tussen 6 en 18 maanden na de geboorte en gaat gepaard met stagnatie en achteruitgang in ontwikkeling.
  • Het syndroom van Heller
    Kinderen met dit syndroom ervaren normale ontwikkeling in de eerste jaren na de geboorte, maar vertonen dan een plotselinge achteruitgang.

Oorzaken van autisme

Autisme heeft een erfelijke component, maar de specifieke genen die bijdragen aan de ontwikkeling van autismespectrumstoornissen zijn nog niet volledig begrepen. Het wordt vaker gediagnosticeerd bij mannen dan bij vrouwen, wat suggereert dat de genmutatie vaak van de vader afkomstig is. Niet alle kinderen van ouders met autisme hebben echter zelf autisme, en binnen gezinnen kan het ene kind wel en het andere geen autisme hebben, soms al vanaf de baby- of kindertijd.

Onderzoek naar autismespectrumstoornissen suggereert dat bepaalde hersengebieden anders functioneren of communiceren dan bij mensen zonder autisme, maar de exacte afwijkingen en betrokken hersengebieden zijn nog onduidelijk.

Omgevingsfactoren, waaronder opvoeding, spelen een rol in de ontwikkeling van autisme. Aangepaste opvoeding en geschikt onderwijs kunnen de ontwikkelingskansen vergroten en gedragsproblemen verminderen. Daarnaast lijken een hogere leeftijd van de ouders bij de geboorte en een laag geboortegewicht ook invloed te hebben op de ontwikkeling van autisme.

Risico op autisme verkleinen

Terwijl voorheen werd gedacht dat autisme voor 90% erfelijk was, blijkt nu dat het erfelijke component varieert van 35 tot 60%. Omgevingsfactoren, zoals de leeftijd van de ouders, blijken een grotere rol te spelen dan voorheen gedacht werd. Bovendien wordt foliumzuur nu beschouwd als een beschermende factor, waarbij het de kans op het krijgen van een kind met autisme met 27-40% kan verkleinen.

Omgevingsfactoren

Nieuw onderzoek benadrukt de rol van omgevingsfactoren bij het ontstaan van autisme, voornamelijk gericht op gebeurtenissen tijdens de zwangerschap, niet op opvoedingsfactoren. Complicaties tijdens de zwangerschap en bevalling, infecties en het gebruik van medicijnen zoals antidepressiva tijdens de zwangerschap worden geïdentificeerd als risicofactoren die de kans op autisme bij het kind vergroten. Daarnaast blijkt de leeftijd van de ouders van belang, waarbij vooral oudere vaders en in mindere mate oudere moeders een verhoogd risico op een kind met autisme hebben. Echter, de invloed van stress en blootstelling aan chemicaliën tijdens de zwangerschap vereist nog verder onderzoek om definitieve conclusies te kunnen trekken.

Behandeling van autisme binnen impegno

Behandeling gericht op autisme kan helpen om de ervaren last van de symptomen ervan te verminderen. De behandeling van autisme bestaat uit meerdere onderdelen. Zo wordt er gestart met het geven van informatie over autisme in de vorm van psycho-educatie. Het geven van psycho-educatie draagt bij aan het vergroten van inzicht in eigen gedrag, en de aandachtspunten hierbij. Hierbij kan overwogen worden om belangrijke naasten te betrekken. Verder wordt er ook stilgestaan bij de gevolgen voor naasten.

Vervolgens kan in de individuele therapie gewerkt worden aan problemen rondom het hebben van autisme, zoals het aanleren van communicatievaardigheden, vergroten zelfvertrouwen of verbeteren van de emotieregulatie vaardigheden. Dit wordt gedaan aan de hand van cognitieve gedragstherapie.

Samengevat gaat het om het aanleren van handvatten bij volwassenen in relatie tot het omgaan met autisme, voorlichting hierover en ondersteuning hierbij. Tevens is er aandacht voor de behandeling van comorbiditeit bij autisme, zoals stemmingsklachten.

Autisme wordt niet behandeld binnen impegno als de hulpvraag enkel gericht is op diagnostiek en zonder behandeling.

Tips tegen autisme

  1. Wees duidelijk in gesprekken. Mensen met autisme nemen vaak letterlijk wat je zegt. Een grapje of een sarcastische opmerking kan verkeerd begrepen worden.
  2. Gebruik korte zinnen en communiceer 1 ding/onderwerp tegelijkertijd.
  3. Wees voorspelbaar. Mensen met autisme houden van die regelmaat.
  4. Als je wat gaat ondernemen, leg dan stap voor stap uit wat er gaat gebeuren. Dat geeft overzicht en structuur.
  5. Schema’s, agenda’s, bewegwijzering en geschreven instructies kunnen zeer goed van pas komen om iets duidelijk te maken. Verandert er iets in een planning, geef dit dan op tijd aan.
  6. Bedenk dat mensen met autisme de sociale regels vaak niet begrijpen. Kinderen met autisme zullen je bijvoorbeeld vaak niet begroeten met een lach en een hand. Of vraag zelf om een kopje koffie als je dat niet krijgt wanneer je op visite komt.
  7. Schreeuw niet of praat niet met een harde stem. Mensen met autisme kunnen hier heftiger van schrikken dan anderen.
  8. Raak iemand met autisme niet aan als dat niet nodig is. Het kan zijn dat hij of zij niet graag wordt aangeraakt.
  9. Gebruik geen taal met een dubbele betekenis. Het woord ‘vliegangst’ kan hij of zij opvatten als ‘bang zijn voor een vlieg’.
  10. Geef hem of haar de tijd om jouw informatie op te nemen en vraag of hij of zij je begrepen heeft als je een vraag stelt.

Andere verhalen

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

@Alle rechten voorbehouden. impegno 2023