De teams van impegno die werkzaam zijn in de H6-gemeenten* zaten nog maar net een paar maanden in het nieuwe pand in Zoetermeer toen de Coronacrisis uitbrak. Het openingsfeest dat gepland stond voor eind maart werd afgeblazen en collega’s moesten flink wat aanpassingen doen om de zorg aan cliënten te continueren. Toch ziet ambulant begeleider Deborah van de Bol niet alleen de belemmeringen van de situatie. Ze ziet ook positieve kanten van de nieuwe werkwijze, voor zowel medewerker als cliënt.
Toen de crisis uitbrak verhoogde impegno meteen de frequentie van de interne nieuwsbrieven om teams te informeren. De directie legde de situatie helder uit en riep alle medewerkers op voorlopig vanuit huis te werken. “We brachten onze cliënten daarvan zo snel mogelijk op de hoogte.” vertelt Deborah. “Onze behandelaren werkten al gedeeltelijk via beeldbellen met ‘Minddistrict’. Dat rollen we nu snel verder uit over de cliënten die ambulante ondersteuning krijgen.”
Thuiswerken en beeldbellen
Deborah ondersteunt mensen met psychische problemen zoals borderline, autisme, ptss en adhd. Ze bezoekt cliënten thuis, neemt post en administratie met hen door en voert psychosociale gesprekken. Sinds de crisis moet dat allemaal op afstand. Deborah: “De cliënten vonden het wel spannend maar reageerden goed. Vaak waren ze al bekend met videobellen via Whatsapp. Die overgang ging vrij soepel. Een enkele cliënt die het niet prettig vindt, spreken we telefonisch. Ook zijn er cliënten die we toch bezoeken en waar we buiten een wandeling mee maken.” Consulenten van de gemeente werken ook thuis, zo viel Deborah op. “De contacten met hen zijn fantastisch. Ze zijn veel beter bereikbaar.”
Deborah ziet voordelen in het thuis werken en beeldbellen. “Het scheelt zomaar 40 minuten reistijd per cliënt. Ik mis wel beweging, ik loop alleen maar van de tuin naar de keukentafel”.
Ze ziet ook dat de overgang niet voor iedereen in het team makkelijk is. “Sommigen wonen heel klein en dan komen de muren op je af. Zelf heb ik twee volwassen kinderen, die gaan hun eigen gang, maar collega’s met kleine kinderen moeten veel ballen in de lucht houden. Het team vangt dat op. De band is sterker geworden. We nemen vaker de tijd om even te videobellen met een collega en doen iedere vrijdagmiddag een virtuele borrel”.
Cliënten worden zelfstandiger en het netwerk is meer betrokken
Hoewel het voor cliënten net zo goed een moeilijke situatie is, merkt Deborah ook positieve effecten op: “Voorheen dachten ze: ‘Waarom overkomt mij dit?’, maar nu gebeurt het de hele maatschappij. Hun eigen problematiek schuift naar de achtergrond. Je ziet ze zelfstandiger worden. Ze moeten wel. Ze zijn meer op zichzelf aangewezen en beseffen dan ‘Ik kan het wel’. Dat geeft zelfvertrouwen. Een mevrouw pakte haar passie voor schrijven op en schreef een gedicht, en een andere cliënt stuurde me een lied waarin ze zichzelf herkent. Nu, meer dan ooit, stimuleer ik dat en laat ik ze weten dat ze gezien worden.”
Ook bij andere cliënten kwam het sociale netwerk in deze periode meer in beeld. “Ik belde de dochter van een mevrouw die in de schuldhulpverlening zit om haar om hulp te vragen. Dat contact was verwaterd, maar is de laatste weken veel hechter geworden.”
Een meneer van 65 die uitgerekend in deze periode moest verhuizen kreeg hulp uit onverwachte hoek. Deborah: “Op afstand kon ik veel regelen met de woningcorporatie en het verhuisbedrijf, maar ter plekke moest van alles georganiseerd worden. Ik was bang dat alles op z’n gat kwam te liggen, want de cliënt overziet dat niet door zijn psychische problematiek. Maar een buurman en zijn zoon bleken bereid om spullen uit te zoeken, vloerbedekking te verwijderen, verhuisdozen te vullen en zo verliep alles uiteindelijk vlekkeloos.”
Deborah heeft geen klagen over hoe het met haar eigen cliënten gaat. Maar ze ziet ook dat het niet overal van een leien dakje gaat. Collega’s krijgen met calamiteiten te maken. “In sommige gezinnen, waar kinderen nu veel thuis zijn, is meer sprake van huiselijk geweld. Iemand in de omgeving trekt aan de bel of we horen het via andere betrokken zorgpartners. Dan doen we een crisismelding en in die gevallen gaan mijn collega’s sowieso op huisbezoek.”
Wat nemen we mee
De komende tijd gaan teams ongetwijfeld hun ervaringen evalueren. Deborah heeft wel een aantal ervaringen die ze mee zou willen nemen in de toekomst.
“Ik zou willen bespreken of we ook in de toekomst er naartoe kunnen werken om het videobellen te handhaven en dit af te wisselen met de huisbezoeken. Ik denk dat dit de zelfredzaamheid sneller kan bevorderen en het vermindert ook enorm de reiskosten en tijd. Dat is wel iets waar ook de gemeente achter moet staan.
Door het thuiswerken heb ik meer rust ervaren. Voorheen lunchte ik onderweg in de auto, nu ga ik er echt even voor zitten. Ik kom erachter dat de wereld niet vergaat als ik pauze neem.
We kunnen meer vertrouwen en meer inzetten op het sociaal netwerk van de cliënt. We kunnen cliënten ook vragen hoe zij dat in deze periode ervaren hebben en met hen kijken wie er in toekomstige situaties nog meer ingezet kunnen worden.”
Nieuwe maatregelen
In de laatste persconferentie van half mei kondigde premier Rutte een versoepeling van de maatregelen aan. Deborah: “Dat gaat best hard. We moeten ons steeds opnieuw aanpassen aan een nieuwe situatie. We zijn er nog niet. Het Servicekantoor faciliteert ons in al die fases goed en snel met alles wat we nodig hebben, zoals hoofdtelefoons, handgel, grotere afstand tussen bureaus op kantoor, plexiglas schermen…
Cliënten vragen ons wanneer we elkaar weer zien. Daar anticiperen we op. Vanaf nu gaan we een keer in de vier weken weer op huisbezoek. Maar alleen als de gezondheid van cliënt en medewerker het toelaat en steeds in overleg met de cliënt. Die moet zich er prettig bij voelen.”
*De H6-gemeenten: Lansingerland, Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp, Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Voorschoten.